Kijk op de ruimtelijke kwaliteit van snelwegen

Het boek Kijk op de ruimtelijke kwaliteit van snelwegen ontsluit zoveel mogelijk kennis over de ruimtelijke kwaliteit van het wegontwerp, de inpassing en inrichting van de weg en de wegomgeving. Het is opgesteld voor managers, adviseurs en ruimtelijk ontwerpers die betrokken zijn bij de inpassing van een wegproject, de vormgeving van kunstwerken en wegmeubilair. Voor deze handreiking werkte MUST samen met Annemieke Diekman Landschapsarchitecten

Eenheid en fragmentatie
Het Nederlandse snelwegennetwerk kent een sterke visuele samenhang. Het netwerk is duidelijk als eenheid herkenbaar. Dit is een bijzondere kwaliteit, mede te danken aan de strikte Nederlandse regelgeving en de sterke positie die Rijkswaterstaat in het verleden had.

Juist deze eenheid staat door de gefragmenteerde hedendaagse praktijk onder druk. Groot onderhoud, wegverbredingen, veiligheidsmaatregelen, geluidswerende voorzieningen, nieuwe kunstwerken en ruimtelijke ontwikkelingen in de directe omgeving van de snelweg bedreigen de oorspronkelijke kwaliteit en samenhang van het gehele netwerk. Daarom heeft Rijkswaterstaat aan MUST en Diekman Landschapsarchitecten gevraagd een handreiking op te stellen met betrekking tot de ruimtelijk kwaliteit van snelwegen. De handreiking moet houvast bieden en duidelijkheid scheppen over de elementen die de ruimtelijke kwaliteit van de snelweg bepalen.

Drie doelen
De Kijk op de ruimtelijke kwaliteit van snelwegen dient drie doelen:

  1. Het verwoorden van de visie van Rijkswaterstaat op de ruimtelijke kwaliteit van het snelwegnetwerk.
  2. Het benoemen van ruimtelijke kernkwaliteiten op het niveau van het netwerk, de route en de trajecten.
  3. Het inhoudelijk richting geven aan de ruimtelijke opgave die onlosmakelijk is verbonden aan wegprojecten.

Visie
Rijkswaterstaat streeft naar een herkenbaar en samenhangend snelwegennetwerk. Door een rustige functionele grondtoon laat de snelweg ruimte aan stad en landschap om de identiteit van snelweg en snelwegomgeving mede te bepalen. Daarom worden er drie wezenlijk verschillende snelwegtypen gedefinieerd die stuk voor stuk een andere relatie aangaan met de omgeving:

  1. De autonome weg die op een zelfstandige wijze is ingepast en vormgegeven.
  2. De landschappelijke weg die zich zo goed mogelijk voegt in de omgeving, gezien vanuit het perspectief van de weggebruiker.
  3. Het infralandschap, meestal infrastructuurbundels in stedelijk gebied, waar het wegbeeld door wegelementen wordt gedomineerd.

Ontwerpprincipes
De visie is vertaald naar ontwerpprincipes voor het gehele netwerk, de routes en de afzonderlijke trajecten. Op netwerkniveau worden de basiskwaliteiten geborgd. Op trajectniveau ligt de meeste ruimte voor specifieke inpassingsontwerpen. Deze ontwerpprincipes zijn voor alle snelwegen in Nederland (van A1 tot A200) uitgewerkt in factsheets op routeniveau en trajectniveau. Daarnaast zijn “specials” aangewezen: gebieden, plekken of elementen waar snelweg en omgeving op uitzonderlijke wijze bij elkaar komen in het wegontwerp.

Het boek is te bestellen via bol.com.